Nieuws

Wetsvoorstel Baangerelateerde Investeringskorting (BIK)

Het kabinet wil bedrijven stimuleren om tijdens de coronacrisis te blijven investeren. Dit wordt gedaan door middel van een nieuwe investeringskorting: de baangerelateerde investeringskorting (BIK). Met de BIK mag u een percentage van een gedane investering in mindering brengen op de af te dragen loonbelasting. Het kabinet wil de BIK door middel van een nota van wijziging toegevoegen aan het Belastingplan 2021.

Baangerelateerde Investeringskorting (BIK)

Nog voordat deze regeling is gepubliceerd, heeft deze al veel stof doen opwaaien in de politiek. Zo bedoelt het kabinet deze maatregelen als stimulans voor investeringen, en daarmee voor werkgelegenheid, in het licht van de coronacrisis. Maar de oppositie bestempelt dit met name als het zoveelste cadeautje voor het bedrijfsleven. Het is dan ook nog geen zekerheid dat dit voorstel de eindstreep haalt en op 1 januari 2021 wordt ingevoerd. Als het wordt ingevoerd, zal de BIK alleen geldig zijn in 2021 en 2022. Vanaf 2023 vervalt de regeling, maar wordt het budget van € 2 miljard per jaar op andere wijze ingezet om de werkgeverslasten te verminderen. 

Deze stimulans voor investeringen kent grote overeenkomsten met bijvoorbeeld de diverse investeringsregelingen. De BIK en deze investeringsregeling kunnen naast elkaar worden toegepast. Alhoewel de regelingen qua voorwaarden grote gelijkenis vertonen, is het belangrijk de verschillen te onderkennen. 

Afdrachtvermindering 

Bedrijven krijgen met de BIK een korting op de afdracht van loonheffingen. De loonheffing wordt dan wel ingehouden op het salaris van werknemers, maar hoeft niet te worden afgedragen aan de Belastingdienst. Om deze subsidie te kunnen effectueren, is het dus noodzakelijk dat er personeel in dienst is. Anders dan bij de investeringsaftrek is het niet noodzakelijk om winst te maken. Wel staat de regeling alleen open voor bedrijven die aangifteplichtig zijn voor de inkomsten- of vennootschapsbelasting.  

De hoogte van de afdrachtvermindering is een bepaald percentage van de investeringen. Bij investeringen tot € 5 miljoen per kalenderjaar is de subsidie 3% van het investeringsbedrag. Voor het meerdere boven € 5 miljoen geldt een subsidie van 2,44%. Wel geldt een minimum investeringsbedrag per bedrijfsmiddel van € 1.500. Per aanvraag moet minstens € 20.000 aan investeringen zijn gedaan. 

Voor zowel 2021 als 2022 is € 2 miljard budget beschikbaar. Als het budget in 2021 wordt onder- of overschreden, zal dit leiden tot aanpassing van de percentages in 2022. Dit wordt gedaan om zoveel mogelijk het totale budget van € 4 miljard voor twee jaar niet te overschrijden. 

Welke bedrijfsmiddelen wel en welke niet 

Niet alle bedrijfsmiddelen komen in aanmerkingen voor de BIK. De regeling is min of meer vergelijkbaar met de investeringsaftrek. Samengevat komt het op het volgende neer: 

  • Minimum investeringsbedrag per bedrijfsmiddel is € 1.500 en per aanvraag moet voor minstens € 20.000 zijn geïnvesteerd. Als er recht bestaat op aftrek van btw, telt het terug te ontvangen btw-bedrag niet mee. 
  • Het moet gaan om nieuwe bedrijfsmiddelen. Dit moet worden beoordeeld vanuit het bedrijfsmiddel: dat mag nog niet eerder zijn gebruikt door wie dan ook.
  • Kosten van verbetering van een bestaand bedrijfsmiddel komen niet voor de BIK in  aanmerking.
  • Eigen gemaakte (voortbrengings)kosten komen niet voor de BIK in aanmerking.
  • De volgende type bedrijfsmiddelen komen niet voor de BIK in aanmerking: 
    • Bedrijfsmiddelen die zijn bestemd om voor minstens 70% ter beschikking te worden gesteld aan derden (verhuur binnen fiscale eenheid kwalificeert wel). 
    • Bedrijfsmiddelen die zijn bestemd om voor minstens 70% te worden gebruikt in het (vrijgestelde bosbedrijf) of voor een onderneming in het buitenland waarover Nederland geen/minder belasting heft. 
    • Gronden. 
    • Woonhuizen en woonschepen en onderdelen van andere gebouwen die zijn bestemd voor bewoning. 
    • Personenauto’s, behalve auto’s die zijn bestemd voor het beroepsvervoer voer de weg. 
    • Vaartuigen die worden gebruikt voor representatieve doeleinden. 
    • Effecten, vorderingen, goodwill, vergunningen, ontheffingen, concessies e.d.
  • Voor de BIK komen niet in aanmerking bedrijfsmiddelen die worden aangeschaft: 
    • Voor ondernemers in de inkomstenbelasting 
      • Van directe familieleden
      • Van een BV waarin de ondernemer voor minstens 1/3 belang heeft.
    • Voor ondernemers in de vennootschapsbelasting
      • Tegenover uitreiking van aandelen
      • Van gelieerde BV’s (minstens 1/3 belang) 
      • Van personen die een belang van minstens 1/3 hebben in de BV. 
Belastingplan 2021

Moment van investeren, betalen en ingebruikname 

Naast de aard van de bedrijfsmiddelen luistert het ook erg nauw wanneer de investering wordt gedaan, wordt betaald en in gebruik worden genomen. 

  • Het aangaan van de investeringsverplichting moet liggen tussen 1 oktober 2020 en 31 december 2022. Dit is het moment waarop de verplichting wordt aangegaan, oftewel de bestelling wordt geplaatst.  
  • De betaling moet plaatsvinden in 2021 of 2022. Als er sprake is van meer dan één betaling, moet de laatste betaling in een van deze jaren plaatsvinden. Dit (laatste) betalingsmoment is van belang om te bepalen of de investering thuishoort in 2021 of 2022. Voor investeringen die plaatsvinden in het 4e kwartaal van 2020 lijkt het dus noodzakelijk de laatste betaling niet vóór het einde van het jaar te doen. Het lijkt voldoende te zijn om € 1 uit te stellen tot 2021. Let echter ook op de volgende voorwaarde. 
  • De ingebruikname van het bedrijfsmiddel moet plaatsvinden binnen 6 maanden na het doen van de (laatste) betaling. Het lijkt erop dat ingebruikname niet mag plaatsvinden voorafgaand aan de (laatste) betaling. Dit zou een vreemde voorwaarde zijn en hopelijk wordt dit nog verduidelijkt in de parlementaire geschiedenis. 

Let op! Het (laatste) betalingsmoment wordt belangrijk voor de BIK. Voor de investeringsaftrek is de datum waarop de verplichting wordt aangegaan, veel belangrijker. Zo moeten investeringen die in aanmerking komen voor energie- of milieu-investeringsaftrek of de Vamil-regeling wordt gemeld binnen 3 maanden na het aangaan van de verplichting. 

Samenwerkingsverbanden 

Indien als werkgever is aangemerkt het samenwerkingsverband, zoals VOF, maatschap of CV, dan gelden bijzondere voorwaarden. In dat geval worden alle investeringen binnen het samenwerkingsverband samengeteld met investeringen in buitenvennootschappelijk vermogen, en als geheel toegerekend aan het samenwerkingsverband. Het is dan het samenwerkingsverband dat de BIK aanvraagt en toepast.  

Fiscale eenheid vennootschapsbelasting 

Binnen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting kunnen meerdere BV’s personeel in dienst hebben. Alle investeringen in bedrijfsmiddelen die binnen de fiscale eenheid worden gepleegd en in aanmerking komen voor BIK, worden samengeteld. Dit geldt dus ook voor BV’s die wel investeringen plegen maar geen personeel in dienst hebben Namens de fiscale eenheid mag vervolgens – naar keuze – 1 inhoudingsplichtige de BIK-aanvraag indienen. Daarbij kan een verdeling worden gemaakt om de afdrachtvermindering te splitsen over verschillende werkgevers, maar dit is niet verplicht.  

Aanvraag en effectuering 

De aanvraag moet digitaal worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Een ondernemer mag maximaal eens per kwartaal een aanvraag doen, maar mag ook investeringen uit meerdere kwartalen opsparen. Dat laatste is bijvoorbeeld belangrijk om het minimumbedrag van € 20.000 per aanvraag te halen. De aanvraag kan helaas pas voor het eerst worden gedaan op 1 september 2021 (en daarna heeft het RVO nog 12 weken de tijd om op de aanvraag te beslissen middels een BIK-beschikking). De aanvraag moet uiterlijk worden gedaan binnen 3 maanden na afloop van het betreffende kalenderjaar.  

De afdrachtvermindering vindt plaats via de aangifte loonheffing. De vermindering mag naar eigen inzicht worden toegepast in het tijdvak waarin de BIK-beschikking(en) wordt/worden afgegeven en de tijdvakken erna. De vermindering in enig tijdvak mag er echter niet toe leiden dat een teruggave ontstaat. Als aan het einde van het jaar niet alle vermindering is toegepast, mogen ook de tijdvakken van vóór de dagtekening van de BIK-beschikking(en) worden verminderd middels een correctiebericht.  

Er kan worden geconcludeerd dat er voor de BIK veel voorwaarden van toepassing zijn. Daarbij lijken deze voorwaarden ook nog sterk op de voorwaarden van andere investeringsregelingen. Het zal een flinke opgave worden om de weg te vinden in het oerwoud van deze regels. Laat u daarom goed voorlichten en overleg tijdig (dat wil zeggen: voordat u een investering plaatst) over de juiste vormgeving. Het zou immers zonde zijn als u hiermee geld laat liggen. 

Wilt u alle wijzigingen van het Belastingplan 2021 lezen? Download dan hieronder onze whitepaper: ‘Belastingplan 2021: wat betekent dit voor u?’