Nieuws

Update btw-nieuws

De btw-praktijk is steeds in beweging. Bestaande regels worden aangepast of verdwijnen. Nieuwe regelingen worden geïntroduceerd. Op deze pagina vindt u een overzicht van het actuele btw-nieuws.

0% btw op zonnepanelen

Vanaf 2023 wordt op de verwerving, import, levering en installatie van zonnepanelen 0% btw in rekening gebracht. Voorwaarde is dat deze geplaatst worden op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen. Eerder waren zonnepanelen belast met 21%. Het 0%-tarief gaat ook gelden voor zonnepanelen die al in 2022 waren besteld, maar die pas volgend jaar worden geleverd.

Voor de Belastingdienst betekent dit een lastenverlichting. Tot nu toe moesten particuliere zonnepaneeleigenaren zich bij de Belastingdienst aanmelden om hun betaalde btw terug te krijgen. Let wel op! Het 0%-tarief geldt niet voor bedrijfspanden en openbare gebouwen. Voor die laatste categorie wordt beoordeeld of de komende jaren ook 0%-tarief komt.

Vanaf 2023 hoeven zonnepaneelhouders zich meestal dus niet meer aan te melden bij de Belastingdienst als btw-ondernemer als de omzet uit de opgewekte energie niet meer is dan 1.800 euro. Bij besluit is namelijk goedgekeurd dat in dat geval registratie achterwege kan blijven, mits sprake is van een particulier die verder geen btw-onderneming heeft. De omzetgrens betekent in de praktijk dat particulieren met installaties met een opwekvermogen tot 10.000 Wattpiek zich niet hoeven te registeren. Bij grotere installaties is registratie nog wel verplicht, maar kan gebruik worden gemaakt van de kleineondernemersregeling.

Btw-tarief voor opvang Oekraïense vluchtelingen

De verhuur van accommodaties, zoals hotels en pensions, aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) of het Ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V) is belast met 9% btw.

Ook bij de opvang van Oekraïense vluchtelingen door gemeenten kan het verblijf door de aard van het verblijf worden gezien als een verblijf voor een korte periode. Daarom kan het huidige beleid ook worden toegepast als hotels, pensions en vakantiebestedingsbedrijven accommodaties hun ruimtes aan gemeenten verhuren voor de opvang van vluchtelingen. Ook dan geldt het lage btw-tarief van 9%.

Als sprake is van ongemeubileerde verhuur, dan is de verhuur vrijgesteld. Dit heeft wel als gevolg dat de btw op de kosten die te maken hebben met de verhuur niet in aftrek kan worden gebracht. Als er alleen roerende zaken worden verhuurd (zonder verder dienstbetoon), dan is het algemene tarief van 21% van toepassing. Denk bij roerende zaken aan de verhuur van een stacaravan of een container.

Koper sloopt in opdracht van verkoper: sprake van de levering van een oud gebouw?

Uit vaste jurisprudentie blijkt dat de verkoop van een oud gebouw met de verplichting van de verkoper om dit gebouw te laten slopen kwalificeert als één prestatie, namelijk de levering van een onbebouwd terrein. Deze levering is belast met 21% btw en vanwege samenloop vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Als de sloop van het geleverde oude gebouw door of voor rekening van de koper plaatsvindt, dan is sprake van de levering van een gebouw. Deze levering is vrijgesteld van omzetbelasting en belast met overdrachtsbelasting (tenzij een andere vrijstelling van toepassing is).

Maar hoe wordt de levering van een oud gebouw belast als de verkoper de koper de opdracht heeft gegeven om het pand te slopen? De Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat in dit geval sprake is van een levering van een oud gebouw. De opdracht tot sloop, inclusief de zeggenschap en verantwoordelijkheid, lag bij de koper en de sloopkosten waren verdisconteerd in de verkoopprijs. De Rechtbank zegt in dit geval dat de sloop niet voor rekening en risico van de verkoper heeft plaatsgevonden.

Er blijft veel jurisprudentie komen over de begrippen onbebouwd terrein en bouwterrein. Het heeft in de praktijk namelijk grote gevolgen of een stuk grond belast is met btw of vrijgesteld is van btw. In deze uitspraak van de Rechtbank blijkt maar weer dat bij vastgoedtransacties goed opgelet moet worden!

Geen foutherstel voor btw-aftrek mogelijk via herziening

Te laat in aftrek gebrachte btw kan via herziening niet alsnog in aftrek worden gebracht. Dat heeft het Hof van Jusitie onlangs bepaald.

De belanghebbende in deze zaak heeft in 2006 percelen gekocht, maar had de btw niet in aftrek gebracht. De belanghebbende had het voornemen om de grond btw-belast te gebruiken, maar dit plan kwam niet van de grond. In 2013 levert de ondernemer twee van de tien percelen terug aan de oorspronkelijke verkoper met btw, maar voldoet deze btw niet aan de Belastingdienst.

De vijfjaarstermijn voor een ambtshalve teruggaaf is verstreken, een correctie over 2006 is dus niet meer mogelijk. Belanghebbende voert aan dat het mogelijk moet zijn om de niet in aftrek gebrachte btw te herzien. Dit is echter niet mogelijk waardoor belanghebbende een naheffingsaanslag opgelegd krijgt over de levering in 2013.

Het is dus belangrijk om btw-aftrek te claimen op het moment van aanschaf om recht op aftrek te hebben. Het is namelijk niet mogelijk om later alsnog btw-aftrek te claimen.

Hoog btw-tarief over alcoholische pauzedrankjes in theater

De rechtbank oordeelt dat een theater het hoge tarief moet toepassen op alcoholische drankjes die ze verstrekken in de pauze. De belanghebbende in deze zaak rekende bij zijn voorstellingen één bedrag voor het entreekaartje, het gebruik van de garderobe, een drankje in de pauze en administratiekosten. Het maakt niet uit of de bezoeker van deze faciliteiten gebruikmaakt.

Het verlenen van toegang tot een voorstelling is belast met het verlaagde tarief. In deze zaak was het de vraag of het verstrekken van alcoholische dranken tijdens de pauze opgaat in het entreekaartje of dat het een aparte prestatie is.

Als sprake is van een samengestelde prestatie dan volgt het alcoholische drankje de btw-behandeling van de entreekaartjes. Als het een aparte prestatie is, dan heeft het alcoholische drankje een aparte btw-behandeling. Alcoholische dranken zijn belast met 21% btw. De vraag of sprake is van een samengestelde prestatie of van een aparte prestatie is dus van belang voor de toepassing van het btw-tarief.

De Rechtbank oordeelt in deze casus dat sprake is van een aparte prestatie, want het krijgen van het drankje is voor de bezoeker een afzonderlijk belang. Dit belang staat los van het bijwonen van de voorstelling, dus het drankje is belast met het hoge btw-tarief. Dat de vergoeding voor het drankje is opgenomen in de prijs van het entreekaartje doet daar niet aan af.

Het komt vaak voor dat diensten worden verleend waarbij de dienst bestaat uit verschillende componenten. De vraag is dan vaak of sprake is van één samengestelde prestatie of dat het verschillende prestaties betreft die elk een eigen btw-behandeling hebben. In deze zaak heeft de Rechtbank geprobeerd om iets meer duidelijkheid te geven door te stellen dat sprake is van een aparte prestatie als het voor een gemiddelde bezoeker een afzonderlijk belang is.