Blog

Meldplicht grensoverschrijdende constructies: de 5 meestgestelde vragen

Vanaf 1 juli 2020 treedt de wetgeving omtrent de meldplicht grensoverschrijdende constructies met terugwerkende kracht tot 25 juni 2018 in werking. Dit houdt in dat intermediairs, maar ook relevante belastingplichtigen, bepaalde grensoverschrijdende constructies moeten gaan melden aan de Nederlandse Belastingdienst. Het niet voldoen aan deze wetgeving kan bestraft worden met hoge boetes. Op 26 juni 2020 is er besloten om de verplichting tot melden met 6 maanden uit te stellen. 

Meldplicht grensoverschrijdende constructies

Op 1 juli 2020, dag van inwerkingtreding, vond onze webinar over de Meldplicht grensoverschrijdende constructies plaats. Tijdens dit webinar zijn verschillende vragen gesteld, waarvan we er een aantal hieronder hebben uitgewerkt.

  1. Wie valt er nu onder de meldingsplicht?
    In het kort, er is een meldingsplicht voor grensoverschrijdende constructies die voldoen aan één van de wezenskenmerken. Dit kunnen constructies zijn die betrekking hebben op entiteiten/ondernemingen, maar ook particulieren kunnen mogelijk onder deze meldplicht vallen. Er wordt in de tekst geen onderscheid gemaakt tussen constructies tussen verbonden/gelieerde partijen of derden. In principe vallen dus alle partijen onder deze meldplicht. Echter, als er sprake is van wezenskenmerken die verband houden met verrekenprijzen (categorie E) blijkt impliciet dat er sprake moet zijn van verbonden partijen. Dit omdat verrekenprijzen enkel spelen in gelieerde/verbonden situaties omdat prijzen tussen derden altijd geacht worden zakelijk te zijn.
  2. Geldt de meldingsplicht alleen voor constructies vanuit Nederland naar het buitenland?
    Tijdens de webinar is als een van de voorbeelden het verstrekken van een lening aan een buitenlandse moedermaatschappij genoemd. Dit om aan te geven dat een constructie grensoverschrijdend moet zijn. Dit wil echter niet zeggen dat constructies ‘de andere kant op’ niet onder de meldplicht vallen. Het gaat dus zowel om ingaande als uitgaande constructies, zolang er maar een grensoverschrijdend element in zit.
  3. Kan ik vertrouwen op meldingen gedaan door een intermediair en hoe werkt dat dan?
    Als er een melding wordt gedaan dan krijgt de melding een referentienummer. Als er bijvoorbeeld meer intermediairs betrokken zijn geweest bij een constructie, dan hoeft er in beginsel maar één intermediair de structuur te melden en kan de rest volstaan met het in bezit hebben van het referentienummer. Het is wel van belang om zeker te weten dat de betreffende melding voldoet aan de eisen die in Nederland gesteld worden. De richtlijn wordt in elk land in de wetgeving geïmplementeerd en hierdoor zijn er (kleine) verschillen ontstaan in de uitleg/voorwaarden. Als voorbeeld mogen meldingen in Duitsland anoniem gedaan worden. Is er dus gemeld door een Duitse adviseur, dan voldoet deze melding niet aan de Nederlandse eisen (waar wel de gegevens van de belastingplichtige opgenomen moeten worden), en dient er dus alsnog in Nederland gemeld te worden.
  4. Wat bij een constructie die al bestond voor 25 juni 2018, maar na deze datum gewijzigd wordt?
    Er is toegezegd dat een wijziging van een bestaande constructie niet direct als gevolg heeft dat deze constructie gemeld moet worden, tenminste zolang de wijziging niet aangemerkt kan worden als een significante wijziging. Wanneer er sprake is van een significante wijziging is echter nog niet helemaal duidelijk. Een leningsovereenkomst waarbij jaarlijks de rente opnieuw wordt vastgesteld zal niet opnieuw gemeld hoeven te worden. Worden de voorwaarden echter dusdanig aangepast, dan kan deze wijziging wel aanleiding geven tot het doen van een melding. Dit is dus erg afhankelijk van de feiten en omstandigheden.
  5. Mag ik na een melding ervan uit gaan dat de Belastingdienst op de hoogte is en de transactie dus goedgekeurd is?
    Helaas werkt de melding niet als een verzoek om goedkeuring vooraf. Sterker nog, de Belastingdienst verwacht een zodanig aantal meldingen dat zij vooraf al hebben aangegeven niet in staat te zijn meldingen inhoudelijk te kunnen beoordelen. Deze melding moet dus ook worden gedaan als er bijvoorbeeld met de belastingdienst een ruling is afgesloten of als er vooraf afstemming is geweest als gevolg van horizontaal toezicht. Omdat de Belastingdienst de meldingen niet inhoudelijk kan beoordelen, is er specifiek in de wet opgenomen dat een melding niet in de weg staat aan een nieuw feit voor navordering.

Heeft u vragen of wilt u hier meer over weten? Neem dan gerust contact met mij op.